Te veel drinken kan wijzen op verschillende aandoeningen, zowel systemisch of vanuit de nier. Daarom dient je altijd naar de dierenarts te gaan wanneer de hond te veel drinkt. Maar wat is te veel? We koppelen daar graag een hoeveelheid aan en gaan vervolgens uitleggen welke aandoeningen er aan ten grondslag kunnen liggen. Wanneer de hond te veel drinkt spreken we van polydipsie en vaak gaat dit samen met polyurie (te veel urineren).
Waardes
Een normale waterconsumptie van een hond is 40-60 ml/kg/dag, ofwel een hond van 20 kg drinkt normaal gesproken ongeveer (50×20 =) 1000 ml per dag. Dit komt dus overeen met 1 liter per dag. Net als bij mensen is het bij dieren zo dat er grote variatie zit in de onderlinge waterconsumptie. Bij 80-100 ml/kg/dag spreken we van een dier dat verdacht is, we kijken dan naar andere omstandigheden. Wanneer de hoeveelheid >100 ml/kg/dag is spreken we zeker van polydipsie, dit komt bij een hond van 20 kg overeen met >2 liter per dag. We raden aan wanneer de hond boven deze waarde komt zeker een bezoek te brengen aan de dierenarts.
Belang van een tussentijdse controle
De 80-100 ml/kg/dag is dus een moeilijke zone, om deze reden is het altijd goed om te kijken wat het normale drinkgedrag van je hond is. Zonder dat je het idee hebt dat je hond ziek is kan het nuttig zijn dit tussendoor te testen. Je bepaalt de waterconsumptie op een dag zonder extreme omstandigheden, ofwel op een dag dat het niet extreem warm, je een standaard wandeling met de hond neemt en de gebruikelijke voeding geeft. Doe dit 3 dagen lang (dit mag achtereen maar hoeft niet) en neem hiervan de gemiddelde waterconsumptie. Op het moment dat je dan het idee hebt dat je hond plots te veel drinkt kun je dit als referentie waarde nemen. Wanneer een hond normaal al 60 ml/kg/dag drinkt en hij drinkt dan op een warme dag 90 ml/kg/dag dan zal dit niet heel afwijkend zijn. Indien de hond normaal 40 ml/kg/dag drinkt en dan plotseling 90 ml/kg/dag is dat wel afwijkend.
Blikvoeding
Vergeet niet dat in de voeding al veel vocht kan zitten, in brokken zit zeer weinig vocht terwijl blikvoeding tot 80% uit vocht kan bestaan. Een hond van 20 kg die blikvoer krijgt met een vochtpercentage van 80% krijgt ongeveer 880 ml aan vocht binnen via de voeding. Doorgaans zou een hond van 20 kg 1000 ml per dag drinken. Wanneer we het vocht van het blikvoer eraf trekken is dat nog maar 120 ml. Daarom dien je nu al aan de bel te trekken wanneer de hond meer dan 1120 ml drinkt, terwijl dat bij het eten van brokken pas vanaf 2000 ml zal zijn. Dit is dus belangrijk om mee te nemen in je redenering. Indien een hond enkel blikvoeding krijgt neem je om deze reden niet 100 ml/kg/dag als maximaal tolerabele waarde maar 56 ml/kg/dag. Indien de helft van zijn energiebehoefte uit blikvoeding bestaat (en de andere helft uit brokken) neem je 78 ml/kg/dag als maximaal tolerabele waarde, hier zul je dus een beetje mee moeten spelen. Wanneer de hond blikvoeding krijgt en meer drinkt dan bovengenoemde waardes is het ook zeker verstandig om naar de dierenarts te gaan.
Testen
Het testen van de waterconsumptie is niet altijd even makkelijk. Het is de bedoeling om een bepaalde hoeveelheid water af te wegen (1 kg = +/- 1 liter) en in de drinkbak te doen om vervolgens aan het eind van de dag te bepalen hoeveel hiervan over is. Dat is natuurlijk niet altijd even makkelijk aangezien het kan zijn dat een ander huisdier eruit drinkt of dat de hond het liefst buiten uit de vijver of uit plassen in het bos drinkt. Probeer het daarom op een droge dag te doen zodat de hond niet buiten uit plassen kan drinken en voorkom dat de hond uit watervoorzieningen buiten drinkt. Zorg dat je thuis een andere bak klaar hebt staan voor de andere dieren en controleer hierop. De watervoorziening voor de hond veranderen zou kunnen veroorzaken dat de hond die dag minder gaat drinken waardoor je nog geen goede indicatie hebt. Op het moment dat de hond door een stoornis te veel drinkt zal hij ondanks de veranderde omstandigheden toch te veel drinken. Indien het gaat om een test als ‘tussentijdse controle’ is het niet verstandig om het te doen onder veranderde omstandigheden.
Aandoeningen die leiden tot te veel drinken
Je denkt waarschijnlijk al snel aan een nierprobleem wanneer het dier te veel plast en te veel water drinkt, toch kunnen er veel andere problemen aan ten grondslag liggen. De belangrijkste opgesomd:
- Diabetes mellitus
- Diabetes insipidus (heel veel meer drinken, >>>100 ml/kg/dag)
- Cushing
- Chronische nierziekte
- Leverfalen
- Verkeerde balans aan ionen in het bloed (te wijten aan een onderliggende aandoening)
- Pyometra: dit is een etterige baarmoederontsteking, dit zien we enkel bij niet gesteriliseerde teven.
- Gedragsprobleem: de hond drinkt echt te veel uit verveling.
Samengevat
Het kan gebeuren dat een hond te veel drinkt als gevolg van een gedragsprobleem, maar vaak is er een klinisch probleem. Ga zeker naar de dierenarts wanneer de hond boven de maximale waardes komt zoals hierboven beschreven. Kaart bij het maken van een afspraak het probleem aan, de dierenarts kan dan adviseren om vooraf wat urine op te vangen en mee te nemen. Wij hopen je geholpen te hebben beter te kunnen bepalen of je hond te veel drinkt. Probeer het een keer uit te testen, dit is voor de dierenarts ook handig om te kunnen bepalen of er al dan niet een probleem is.